Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hierbij [24]weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn vijand over mij niet zal [25]juichen. 24. Of, heb ik gemerkt. 25. Dat Gij, mij verlossende, mijn vijand de oorzaak van een groot vreugdegeschrei over mijn ondergang [dien hij wenst] beneemt.